Niederländisch/ Les 4 - De getallen

Goedemorgen! (1) - En wie bent u? (2) - Het alfabet (3) - De getallen (4) - Opstaan (5) - Het weer (6) - Hoe laat is het? (7)

De getallen

Bearbeiten
  • 1 een
  • 2 twee
  • 3 drie
  • 4 vier
  • 5 vijf
  • 6 zes
  • 7 zeven
  • 8 acht
  • 9 negen
  • 10 tien

Dit zijn de getallen in het Nederlands. Zij lijken op de Duitse getallen, vind je niet?

  • 12345
  • 678910

Kijk eens even

Bearbeiten
  • 11 elf
  • 12 twaalf
  • 13 dertien
  • 14 veertien
  • 15 vijftien
  • 16 zestien
  • 17 zeventien
  • 18 achttien
  • 19 negentien
  • 20 twintig

Eigenlijk zijn de getallen zoals in het Duits: wij zeggen in het Nederlands

Bearbeiten
  • 21 eenentwintig
  • 22 tweeëntwintig
  • 23 drieëntwintig
  • 24 vierentwintig
  • 25 vijfentwintig
  • 26 zesentwintig
  • 27 zevenentwintig
  • 28 achtentwintig
  • 29 negenentwintig

En de tientallen

Bearbeiten
  • 20 twintig
  • 30 dertig
  • 40 veertig
  • 50 vijftig
  • 60 zestig
  • 70 zeventig
  • 80 tachtig
  • 90 negentig
  • 100 honderd